Hier sta en wacht ik
dan,
met gedachten in het
verleden,
op de morgen liefst
vandaag,
op toekomst voor mijn
heden.
Ik zie de wolken
zachtjes wenen,
ik hoor de wind huilen
om jou,
bomen, bloemen en de
vogels,
alles is om je in rouw.
Elke adem doet me
barsten,
elke hartslag geeft een
traan,
ik blijf staan, ik blijf
wachten,
zonder jou wil ik niet
doorgaan.
Tijd zal de wonde helen,
maar de leegte vult hij
niet,
wel zal mijn hart weer
kloppen,
voel ik je warmte, niet
het verdriet.
dinsdag 26 februari 2013
vrijdag 22 februari 2013
Laatste winter samen
Naakte takken strekken
zich
en tonen mij de lentezon.
Ik zie ze snakken naar vernieuwing,
reiken naar hun warmtebron.
Maar ik, ik wil de lente niet,
ik wil geen nieuwe start.
Het liefst wil ik je aan mijn zijde,
maar de toekomst is pikzwart.
Ik wil vertoeven in de winter,
opdat we blijven bij elkaar,
want met warme lentezon,
nemen we afscheid van mekaar.
en tonen mij de lentezon.
Ik zie ze snakken naar vernieuwing,
reiken naar hun warmtebron.
Maar ik, ik wil de lente niet,
ik wil geen nieuwe start.
Het liefst wil ik je aan mijn zijde,
maar de toekomst is pikzwart.
Ik wil vertoeven in de winter,
opdat we blijven bij elkaar,
want met warme lentezon,
nemen we afscheid van mekaar.
woensdag 20 februari 2013
Paardenvlees
Ik zit hier aan tafel,
geschokt door wat ik lees,
zijn ze nu ook aan het prutsen,
aan het prutsen aan het vlees.
Ik schuif mijn bord wat dichter,
en kijk, heb ik geluk,
want niets is nog te vertrouwen,
straks zit er koe in mijn paardenvlees biefstuk.
geschokt door wat ik lees,
zijn ze nu ook aan het prutsen,
aan het prutsen aan het vlees.
Ik schuif mijn bord wat dichter,
en kijk, heb ik geluk,
want niets is nog te vertrouwen,
straks zit er koe in mijn paardenvlees biefstuk.
zondag 17 februari 2013
De waanzin van het wachten
Ik kan het niet,
ik kan het niet,
wachten kan ik niet.
Niet voor de bus,
niet voor de trein,
niet voor een vers gebakken brood.
Al ben ik kalm,
al heb ik tijd,
al moet ik nergens heen.
Ik kan het niet,
ik kan het niet,
wachten kan ik niet.
ik kan het niet,
wachten kan ik niet.
Niet voor de bus,
niet voor de trein,
niet voor een vers gebakken brood.
Al ben ik kalm,
al heb ik tijd,
al moet ik nergens heen.
Ik kan het niet,
ik kan het niet,
wachten kan ik niet.
woensdag 13 februari 2013
Tot morgen zon
De zon ebt weg,
legt haar stralen zacht
op het water neer.
Afscheid aan de horizon,
haar glimlach
kleurt de wolken.
Ik wuif naar haar,
zij werp me nog
een laatste schaduw toe.
Net als de zon,
verdwijnt mijn schaduw
onder het deken van de nacht.
Slaap zacht.
legt haar stralen zacht
op het water neer.
Afscheid aan de horizon,
haar glimlach
kleurt de wolken.
Ik wuif naar haar,
zij werp me nog
een laatste schaduw toe.
Net als de zon,
verdwijnt mijn schaduw
onder het deken van de nacht.
Slaap zacht.
dinsdag 12 februari 2013
Prikklok
De prikklok aan de muur,
houd aan de deur de wacht.
Hij staat er al een eeuwigheid,
roerloos dag en nacht.
De prikklok prikte kaarten,
en deed dat heel kordaat,
al wie buiten of binnen wilde,
kreeg een prik van de automaat.
De prikklok hangt nu stilletjes,
vervangen door iets digitaal,
het gaat misschien wat sneller,
maar ik mis het "prikkabaal".
houd aan de deur de wacht.
Hij staat er al een eeuwigheid,
roerloos dag en nacht.
De prikklok prikte kaarten,
en deed dat heel kordaat,
al wie buiten of binnen wilde,
kreeg een prik van de automaat.
De prikklok hangt nu stilletjes,
vervangen door iets digitaal,
het gaat misschien wat sneller,
maar ik mis het "prikkabaal".
donderdag 7 februari 2013
Slapengaan
Beneden aan de trap,
nam ik de eerste tree,
het was een hele kleine stap,
toch viel het echt niet mee.
Ik wilde niet naar boven,
ik wilde niet naar bed.
Mijn mama zie, ‘Je moet gaan slapen’,
maar ik had net zoveel pret.
Ik draaide me nogmaals om,
maar zag daar al een monoloog,
dus stap voor stap, ging ik,
ging ik gedwee omhoog.
Gelukkig had mijn droom,
mijn speelgoed meegebracht,
en dromen, dromen dat ik deed,
ik droomde de ganse nacht.
nam ik de eerste tree,
het was een hele kleine stap,
toch viel het echt niet mee.
Ik wilde niet naar boven,
ik wilde niet naar bed.
Mijn mama zie, ‘Je moet gaan slapen’,
maar ik had net zoveel pret.
Ik draaide me nogmaals om,
maar zag daar al een monoloog,
dus stap voor stap, ging ik,
ging ik gedwee omhoog.
Gelukkig had mijn droom,
mijn speelgoed meegebracht,
en dromen, dromen dat ik deed,
ik droomde de ganse nacht.
dinsdag 5 februari 2013
Neen tegen pesten
Je schooltas alweer kwijt,
je aktetas vol water,
je jas vliegt door het raam,
je neemt je bus wat later.
De dagen lijken eindeloos,
de spanning als je weer moet gaan,
je zoekt je weg tussen de blikken,
niet wetend of je daar mag staan.
Weer een woord of weer een trap,
je voelt je moedeloos,
hulp vragen durf je niet,
alleen, zo machteloos.
Geloof me, jij bent niet fout,
de pestkoppen hebben ongelijk,
daarom horen, zien en spreken,
elkaar steunen is belangrijk.
je aktetas vol water,
je jas vliegt door het raam,
je neemt je bus wat later.
De dagen lijken eindeloos,
de spanning als je weer moet gaan,
je zoekt je weg tussen de blikken,
niet wetend of je daar mag staan.
Weer een woord of weer een trap,
je voelt je moedeloos,
hulp vragen durf je niet,
alleen, zo machteloos.
Geloof me, jij bent niet fout,
de pestkoppen hebben ongelijk,
daarom horen, zien en spreken,
elkaar steunen is belangrijk.
zondag 3 februari 2013
Nooit meer samen
De wonden blijven open,
het bloeden stelpt niet,
ik mis je aan mijn zijde,
voel enkel diep verdriet.
Mijn ogen kan ik niet sluiten,
voor de krassen in mijn hart,
ik wil je in mijn armen houden,
maar de waarheid is snoeihard.
Ik bedwing de tranen in mijn ogen,
maar schreeuw het vanbinnen uit,
onze wegen moesten scheiden,
al was dat niet ons besluit.
het bloeden stelpt niet,
ik mis je aan mijn zijde,
voel enkel diep verdriet.
Mijn ogen kan ik niet sluiten,
voor de krassen in mijn hart,
ik wil je in mijn armen houden,
maar de waarheid is snoeihard.
Ik bedwing de tranen in mijn ogen,
maar schreeuw het vanbinnen uit,
onze wegen moesten scheiden,
al was dat niet ons besluit.
Abonneren op:
Posts (Atom)