Gelukkig dat het regent,
dat het regent dat het
giet,
ik wil er echt niet over
zagen,
ben dan ook geen
zeurpiet.
Ach, moest het zonnig
wezen,
moest ik werken in de
tuin,
moest ik het terras
afschuren,
ja van mij geen
lofbazuin.
Of kwamen vrienden
barbecueën,
gezellig samen met een
glas,
werd het laat door de
zwoele warmte,
’s morgens een veel te
grote afwas.
Ja, gelukkig dat het
regent,
dat het regent dat het
giet,
of mis ik eigenlijk wel
ons zonnetje,
‘t is maar hoe je dit
versje ziet.
vrijdag 26 april 2013
woensdag 24 april 2013
Bestaan
Wandelend, verzonken,
in het groen geknipt op maat,
met de bomen in de verte,
de natuur, mijn toeverlaat.
De wind speelt met de halmen,
vertelt een zwoel verhaal,
en ik op blote voeten,
voel mij fenomenaal.
Ik voel de wereld voor me buigen,
gebied ze om weer recht te staan,
want ik ben het die moet buigen,
dankzij haar kan ik bestaan.
in het groen geknipt op maat,
met de bomen in de verte,
de natuur, mijn toeverlaat.
De wind speelt met de halmen,
vertelt een zwoel verhaal,
en ik op blote voeten,
voel mij fenomenaal.
Ik voel de wereld voor me buigen,
gebied ze om weer recht te staan,
want ik ben het die moet buigen,
dankzij haar kan ik bestaan.
maandag 22 april 2013
Leven als een bloem
De bloemen in het gras,
vertellen mij dat leven,
vroeger niet veel anders was.
Dat ook de bloemen toen,
hun plaatsje moesten zoeken,
en ook hun best moesten doen.
Ze moesten ook draaien naar de zon,
en werken om te eten,
zelfs voor de bloemknop open kon.
Neen, het lijkt makkelijk om een bloem te zijn,
om gewoon mooi te wezen in het licht,
maar een bloem zijn is heel anders,
dan het lijkt op het eerste zicht.
vertellen mij dat leven,
vroeger niet veel anders was.
Dat ook de bloemen toen,
hun plaatsje moesten zoeken,
en ook hun best moesten doen.
Ze moesten ook draaien naar de zon,
en werken om te eten,
zelfs voor de bloemknop open kon.
Neen, het lijkt makkelijk om een bloem te zijn,
om gewoon mooi te wezen in het licht,
maar een bloem zijn is heel anders,
dan het lijkt op het eerste zicht.
maandag 15 april 2013
De Grote Oorlog
Ik hoef nooit onder de
wapens,
zeg mijn kinderen geen vaarwel,
ken geen honger, geen ellende,
hoef niet te vechten voor mijn vel.
Moet niet overleven in de modder,
moet niet doden voor mijn bestaan,
hoef niet in loopgraven te kruipen
die half onder water staan.
Ik zou niet weten hoe het voelt,
ik ken hun diepste angsten niet,
maar ben hen dankbaar voor dat alles,
dat hun offer ons naliet.
zeg mijn kinderen geen vaarwel,
ken geen honger, geen ellende,
hoef niet te vechten voor mijn vel.
Moet niet overleven in de modder,
moet niet doden voor mijn bestaan,
hoef niet in loopgraven te kruipen
die half onder water staan.
Ik zou niet weten hoe het voelt,
ik ken hun diepste angsten niet,
maar ben hen dankbaar voor dat alles,
dat hun offer ons naliet.
vrijdag 12 april 2013
Engelengeduld
In de hemel groeien
bloemen,
ja dat is mij toch verteld,
en die bloemen in de hemel,
worden door engelen geteld.
Net als ik vraagt u zich af,
worden daarmee hun dagen gevuld?
Neen, het is om aan te tonen,
wat het is, engelengeduld.
ja dat is mij toch verteld,
en die bloemen in de hemel,
worden door engelen geteld.
Net als ik vraagt u zich af,
worden daarmee hun dagen gevuld?
Neen, het is om aan te tonen,
wat het is, engelengeduld.
woensdag 10 april 2013
De eerste lentedag
Ik zie de knoppen in de bomen,
ik zie insecten in het gras,
hoor de eerste vogels fluiten,
maar wou dat jij hier nu ook was.
Dan zagen we al de eerste blaadjes,
dan zou de zon wat harder schijnen,
de vogels gingen nog wat luider zingen,
de eerste bloemen zouden verschijnen.
Maar deze dag is maar gewoon,
zonder jou zelfs banaal,
de eerste lentedag van het jaar,
heeft zonder jou niets speciaal.
ik zie insecten in het gras,
hoor de eerste vogels fluiten,
maar wou dat jij hier nu ook was.
Dan zagen we al de eerste blaadjes,
dan zou de zon wat harder schijnen,
de vogels gingen nog wat luider zingen,
de eerste bloemen zouden verschijnen.
Maar deze dag is maar gewoon,
zonder jou zelfs banaal,
de eerste lentedag van het jaar,
heeft zonder jou niets speciaal.
zaterdag 6 april 2013
De wind
Stil als ik het nodig
heb,
wild als ik het ben,
koel als een verfrissing,
warmte die ik herken.
Wind in vele soorten,
net zoals wij zijn,
soms al eens onaardig,
soms gewoonweg fijn.
wild als ik het ben,
koel als een verfrissing,
warmte die ik herken.
Wind in vele soorten,
net zoals wij zijn,
soms al eens onaardig,
soms gewoonweg fijn.
donderdag 4 april 2013
Een blik werpen
Je wierp me een blik,
ik nam hem handig aan,
je wierp me een tweede,
toen is het misgegaan.
Het blik viel op de grond,
in stukken uit elkaar,
dat een blik zo kon breken,
dat vonden we wel raar.
Daarom wierp je een derde,
die raakte me zeer hard,
je verzorgde mijn wonden,
met liefde in je hart.
ik nam hem handig aan,
je wierp me een tweede,
toen is het misgegaan.
Het blik viel op de grond,
in stukken uit elkaar,
dat een blik zo kon breken,
dat vonden we wel raar.
Daarom wierp je een derde,
die raakte me zeer hard,
je verzorgde mijn wonden,
met liefde in je hart.
maandag 1 april 2013
Alles gewoon
Regen valt gewoon naar
beneden,
ik zie geen parels op het raam,
en schijnt de zon aan de hemel,
zal de schoonheid mij ontgaan.
Bomen blijven voor me bomen,
bloemen in welke kleur dan ook,
zie ik niet als een groot deken,
het strand is voor me de kuststrook.
Ik hoor de wind niet zachtjes fluisteren,
ik zie geen tekens in de lucht,
ik zie geen woorden in de sterren,
buiten is gewoon buitenlucht.
Maar als jij bij me staat,
danst de regen naar beneden,
zie ik parels op het raam,
zal de zon ons samen smeden.
Bomen strekken zich voor liefde,
bloemen maken ons tapijt,
en als we langs de vloedlijn lopen,
strelen de golven ons met tederheid.
De wind fluistert lief je naam,
ik zie de tekens in de lucht,
ik zie de woorden in de sterren,
jij bent mijn alles, mijn toevlucht.
ik zie geen parels op het raam,
en schijnt de zon aan de hemel,
zal de schoonheid mij ontgaan.
Bomen blijven voor me bomen,
bloemen in welke kleur dan ook,
zie ik niet als een groot deken,
het strand is voor me de kuststrook.
Ik hoor de wind niet zachtjes fluisteren,
ik zie geen tekens in de lucht,
ik zie geen woorden in de sterren,
buiten is gewoon buitenlucht.
Maar als jij bij me staat,
danst de regen naar beneden,
zie ik parels op het raam,
zal de zon ons samen smeden.
Bomen strekken zich voor liefde,
bloemen maken ons tapijt,
en als we langs de vloedlijn lopen,
strelen de golven ons met tederheid.
De wind fluistert lief je naam,
ik zie de tekens in de lucht,
ik zie de woorden in de sterren,
jij bent mijn alles, mijn toevlucht.
Abonneren op:
Posts (Atom)