Ik wachtte niet op de dageraad,
maar
op haar, ze kwam niet.
De
dageraad verscheen,
de
zon wilde ons groeten,
maar
ik was alleen.
Nu
wordt het avond, de zon groet ons weer,
maar
ik ben nog steeds alleen.
Ik
wacht. Niet op de dageraad,
maar
op haar.
Misschien
komt ze vannacht.
Dan
wacht ik niet meer op haar,
maar
wacht ik op de dageraad
en
als de zon ons groet,
als
ik niet meer alleen ben,
dan
groet ik de zon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten