Ik beklom de golven, ik mocht er staan,
ik
en mijn plank door water gestuwd,
één
met de zee, één met het golven,
tot
ik weer op land werd gespuwd.
Ik
voel alsnog de warme liefde,
daar
waar ik ooit was geweest,
waar
de zon nog de horizon kust,
was
elke golfslag een feest.
Maar
golven slaan niet, ze breken,
niemand
die ze redden kan,
in
mijn hart vloeit het verlangen,
ik
ben een surfer, geen burgerman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten