het was de klaproos die er groeide, niet de kraters,
die de jaren van geweld geslagen hadden, om het land,
het mooie groen tot een kaal en somber gebied te muteren
het was de klaproos die er groeide, niet de honger,
die zo standvastig knaagde, alsof de leegte in mij,
schreeuwde om bescherming, die we beide ontbraken
het was de klaproos die er groeide, niet de wanhoop,
die ik zag op ieders gezicht, in de ochtend, kil,
elk verscholen met identieke angst diep in de modder
het was de klaproos die er groeide, die mij raakte,
in mijn hart dat er nog was, na al die jaren,
en ik weende, voor het nieuw leven, haar toekomst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten