hoelang ik daar zat, in stil geluid.
hoelang ik tijdloos voor me staarde,
als een stilleven, kunstig fruit.
Ik zag de kaarsen zachtjes doven,
na hun lichtdans op de muur,
hoe ze zochten naar meer zuurstof,
voor hun eigen eeuwig vuur.
Ik weet van tranen die stroomden,
ik weet van schreien diep in mij.
Ik weet dat er geen eeuwig vuur is,
jij en ik voorgoed voorbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten