Als ik alleen maar was,
een
kop op een karkas,
had
mijn bestaan geen zin,
goddank
zit er iets in.
Ik
weet niet hoe het heet.
Een
ziel? Een kern? Een pit?
Mijn
praeses zei: “Het is alcohol,
dat
ergens in ons zit.”
Maar
ik voel me soms zo leeg,
met
een kater diep vanbinnen,
dan
denk ik aan de woorden van mijn praeses
dat
je voor de kater opkomt moet herbeginnen.
En
elke dag
als
ik naar mijn pintje kijk,
dan
denk ik telkens weer …
mijn
praeses had gelijk.
(Met dank aan wijlen Toon Hermans voor de voorzet.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten