Ik hou van jou. Hou jij van wat niet kan.
Hou jij van je capaciteiten, ik van je gebreken.
Jij van je trots, en ik van hoe die zacht kan breken
in mijn armen. Jij van je moed. Ik van je zwakte
nu en dan.
Hou jij van de toekomst. Ik van wat voorbij is gegaan.
Hou jij van de honderd levens die je wilde leven.
Ik hou van dat ene dat is overgebleven
en van hoe je daarom zo ver weg kunt zijn dicht
tegen me aan.
Ik hou van wat is. Jij van wat zou.
Hou jij van mij. Ik hou van jou
dinsdag 14 december 2010
zondag 5 december 2010
Wie kan ik zijn
Bezoek je hart eens af en toe
en kijk of het nog warm klopt.
Vergeet het niet te vullen.
Je hebt nu nog tijd voordat het stopt.
Je kan wel geven om een ander.
Maar erom geven is niet genoeg.
Je hart blijft leeg met loze woorden.
Er is nog werk voor de boeg.
Help mensen, help dieren,
voor het milieu een stapje meer.
Probeer je hart ermee te vullen,
voor het klopt, de laatste keer.
en kijk of het nog warm klopt.
Vergeet het niet te vullen.
Je hebt nu nog tijd voordat het stopt.
Je kan wel geven om een ander.
Maar erom geven is niet genoeg.
Je hart blijft leeg met loze woorden.
Er is nog werk voor de boeg.
Help mensen, help dieren,
voor het milieu een stapje meer.
Probeer je hart ermee te vullen,
voor het klopt, de laatste keer.
woensdag 24 november 2010
Een kip - Toon Hermans
eerst was ik een ei
nu ben ik een kip
en kip zijn vind ik mooier
er zit wel leven
in een ei
maar toch is het wat dooier
nu ben ik een kip
en kip zijn vind ik mooier
er zit wel leven
in een ei
maar toch is het wat dooier
donderdag 18 november 2010
Uitgerookt
Het is nog geen tijd,
nog geen tijd om te stoppen.
Ik ben nog niet klaar,
de poging zou floppen.
Misschien wel wat later,
maar nog niet vandaag.
Als ik echt wil stoppen,
wil ik dat ik slaag.
Nog eventjes uitstel,
noem het een verlet.
Ik zal wel eens stoppen
met die sigaret.
nog geen tijd om te stoppen.
Ik ben nog niet klaar,
de poging zou floppen.
Misschien wel wat later,
maar nog niet vandaag.
Als ik echt wil stoppen,
wil ik dat ik slaag.
Nog eventjes uitstel,
noem het een verlet.
Ik zal wel eens stoppen
met die sigaret.
vrijdag 12 november 2010
Duizenddingendoekje
Niet door dwingelandij,
want de keuze was vrij,
bleef ik niet zitten met een boekje,
maar hielp haar met het duizenddingendoekje.
want de keuze was vrij,
bleef ik niet zitten met een boekje,
maar hielp haar met het duizenddingendoekje.
woensdag 3 november 2010
Ik ben ik
Ben jij ik, vroeg ik me af,
toen ik in de spiegel keek.
Ik zag een man die wel een beetje
op de jongen van vroeger leek.
Groter geworden en wat ouder,
misschien wat meer zorgen om zich heen.
Maar als ik diep in je ogen keek,
zag ik de jongen van voorheen.
Je bent anders en toch weer niet,
want ik ben ik, ik is gebleven.
Ja, alles zit nog steeds in mij.
Ik ben ik, voor heel mijn leven.
toen ik in de spiegel keek.
Ik zag een man die wel een beetje
op de jongen van vroeger leek.
Groter geworden en wat ouder,
misschien wat meer zorgen om zich heen.
Maar als ik diep in je ogen keek,
zag ik de jongen van voorheen.
Je bent anders en toch weer niet,
want ik ben ik, ik is gebleven.
Ja, alles zit nog steeds in mij.
Ik ben ik, voor heel mijn leven.
maandag 25 oktober 2010
De Pruimeboom (Hieronymus van Alphen - 1779)
Jantje zag eens pruimen hangen,
O! als eijeren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen;
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
En niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
Ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
Die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen,
Voor aan op het middenpad.
Kom mijn Jantje! zie de vader,
Kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
Nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.
O! als eijeren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen;
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
En niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
Ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
Die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen,
Voor aan op het middenpad.
Kom mijn Jantje! zie de vader,
Kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
Nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.
maandag 18 oktober 2010
Genieten van het leven
Ik ben een hommel,
zalig leven.
Zoem hier rustig in het rond.
Een mooie bloem,
zachte geuren.
Vliegen tot de ochtendstond.
Ik ben een hommel,
lekker vrij.
Genietend van de zon.
En jij maar werken,
zweten, zwoegen.
Omgeven door het beton.
zalig leven.
Zoem hier rustig in het rond.
Een mooie bloem,
zachte geuren.
Vliegen tot de ochtendstond.
Ik ben een hommel,
lekker vrij.
Genietend van de zon.
En jij maar werken,
zweten, zwoegen.
Omgeven door het beton.
maandag 11 oktober 2010
Glück (Clemens Brentano)
Glück ist gar nicht mal so selten,
Glück wird überall beschert,
vieles kann als Glück uns gelten,
was das Leben uns so lehrt.
Glück ist jeder neue Morgen,
Glück ist bunte Blumenpracht
Glück sind Tage ohne Sorgen,
Glück ist, wenn man fröhlich lacht.
Glück ist Regen, wenn es heiss ist,
Glück ist Sonne nach dem Guss,
Glück ist, wenn ein Kind ein Eis ißt,
Glück ist auch ein lieber Gruss
Glück ist Wärme, wenn es kalt ist,
Glück ist weißer Meeresstrand,
Glück ist Ruhe, die im Wald ist,
Glück ist eines Freundes Hand.
Glück ist eine stille Stunde,
Glück ist auch ein gutes Buch,
Glück ist Spaß in froher Runde,
Glück ist freundlicher Besuch.
Glück ist niemals ortsgebunden,
Glück kennt keine Jahreszeit,
Glück hat immer der gefunden,
der sich seines Lebens freut.
Glück wird überall beschert,
vieles kann als Glück uns gelten,
was das Leben uns so lehrt.
Glück ist jeder neue Morgen,
Glück ist bunte Blumenpracht
Glück sind Tage ohne Sorgen,
Glück ist, wenn man fröhlich lacht.
Glück ist Regen, wenn es heiss ist,
Glück ist Sonne nach dem Guss,
Glück ist, wenn ein Kind ein Eis ißt,
Glück ist auch ein lieber Gruss
Glück ist Wärme, wenn es kalt ist,
Glück ist weißer Meeresstrand,
Glück ist Ruhe, die im Wald ist,
Glück ist eines Freundes Hand.
Glück ist eine stille Stunde,
Glück ist auch ein gutes Buch,
Glück ist Spaß in froher Runde,
Glück ist freundlicher Besuch.
Glück ist niemals ortsgebunden,
Glück kennt keine Jahreszeit,
Glück hat immer der gefunden,
der sich seines Lebens freut.
maandag 4 oktober 2010
Dichter bij zee
De zee, de grote waterplas,
de liefde erin verweven.
Je lonkt en wuift naar mij,
ginds ver, golven die om me geven.
Langzaam kom je naar me toe,
brengt nieuwe schelpen met je mee.
Je streelt het zand, legt alles goed,
en wat er niet hoort, trek je terug in zee.
Ik lig hier op het strand,
sluit mijn ogen, hoor je fluisteren,
spelend met de wind.
Ik kan alleen genieten en luisteren.
Ik hoor je goed, je klinkt nabij.
Ik droom met je golven mee.
Plots kus en streel je mijn voeten,
en ben ik, dichter bij zee.
de liefde erin verweven.
Je lonkt en wuift naar mij,
ginds ver, golven die om me geven.
Langzaam kom je naar me toe,
brengt nieuwe schelpen met je mee.
Je streelt het zand, legt alles goed,
en wat er niet hoort, trek je terug in zee.
Ik lig hier op het strand,
sluit mijn ogen, hoor je fluisteren,
spelend met de wind.
Ik kan alleen genieten en luisteren.
Ik hoor je goed, je klinkt nabij.
Ik droom met je golven mee.
Plots kus en streel je mijn voeten,
en ben ik, dichter bij zee.
dinsdag 28 september 2010
Positief denken
Je hebt zo van die dagen,
dan zit alles je niet mee.
Het begon al met de wekker.
Iets te laat, in de puree.
En de koffie veel te warm,
glaasje melk op de grond.
Nauwelijks tijd om nog te eten.
Prop een boterham in mijn mond.
Gelukkig was de zon aan het schijnen,
toch één positieve noot.
Maar sta je klaar om te vertrekken,
giet de regen uit de goot.
Ook op het werk wil het niet lukken.
Je computer start niet op.
Een veel te lange, lange meeting.
met je werk raak je achterop.
Maar dan is er weer de avond,
weer de rust, alles normaal.
Alles op een rijtje zetten.
Soms is pech ook maar banaal.
dan zit alles je niet mee.
Het begon al met de wekker.
Iets te laat, in de puree.
En de koffie veel te warm,
glaasje melk op de grond.
Nauwelijks tijd om nog te eten.
Prop een boterham in mijn mond.
Gelukkig was de zon aan het schijnen,
toch één positieve noot.
Maar sta je klaar om te vertrekken,
giet de regen uit de goot.
Ook op het werk wil het niet lukken.
Je computer start niet op.
Een veel te lange, lange meeting.
met je werk raak je achterop.
Maar dan is er weer de avond,
weer de rust, alles normaal.
Alles op een rijtje zetten.
Soms is pech ook maar banaal.
woensdag 22 september 2010
Deugeniet
Ik zie de fonkels in je ogen,
ik zie het stralen in je lach.
Je staat op het punt het me te zeggen.
Maar laat mij het zeggen, als ik mag.
Want je bent een deugenietje,
en je zegt het, ik kan het wete,
op het einde van elke verhaal.
En dat woord is "kakkaschete".
ik zie het stralen in je lach.
Je staat op het punt het me te zeggen.
Maar laat mij het zeggen, als ik mag.
Want je bent een deugenietje,
en je zegt het, ik kan het wete,
op het einde van elke verhaal.
En dat woord is "kakkaschete".
donderdag 22 juli 2010
Wacht niet (van Valeer Deschacht)
Wacht niet op zorgeloze dagen,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er een probleem zijn,
dat je zorgen geeft.
Wacht niet op waardering van iedereen,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er iemand,
kritiek op je hebben.
Wacht niet op een dag zonder fouten,
om gelukkig te zijn.
Want altijd maak je ergens,
een grote of kleine blunder.
Wacht niet tot iedereen vriendelijk is tegen je,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er iemand,
jaloers op je zijn.
Wacht niet tot ze je genoeg betalen,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zul je minder verdienen,
dan je meent waard te zijn.
Wacht niet tot je bij iedereen gelijk haalt,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er iemand denken,
het toch veel beter te weten.
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er een probleem zijn,
dat je zorgen geeft.
Wacht niet op waardering van iedereen,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er iemand,
kritiek op je hebben.
Wacht niet op een dag zonder fouten,
om gelukkig te zijn.
Want altijd maak je ergens,
een grote of kleine blunder.
Wacht niet tot iedereen vriendelijk is tegen je,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er iemand,
jaloers op je zijn.
Wacht niet tot ze je genoeg betalen,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zul je minder verdienen,
dan je meent waard te zijn.
Wacht niet tot je bij iedereen gelijk haalt,
om gelukkig te zijn.
Want altijd zal er iemand denken,
het toch veel beter te weten.
donderdag 4 februari 2010
Alles in mij
Ik ben de storm, wind en regen.
Ik ben voor en ik ben tegen.
Ik ben lucht en ik ben licht,
ik ben kortbij, een vergezicht.
Ik ben klein, ik ben groot.
Ik ben gekleed en ik ben bloot.
Soms ben ik hem, soms ben ik haar,
dan eens een droom en dan weer waar.
Ik ben de zon, ik ben de maan,
ik ben het land, de oceaan.
Ik ben de kers, ik ben de taart.
Ik ben het niet en wel weer waard.
Ik ben hard en ik ben zacht.
Ik ben de zwakte, ik ben de kracht.
Ik ben je vader, ik ben je moeder,
ik ben je vijand, ik ben je hoeder.
Ik ben lucht en ik ben leven,
ik ben god ... al is het maar even.
Ik ben voor en ik ben tegen.
Ik ben lucht en ik ben licht,
ik ben kortbij, een vergezicht.
Ik ben klein, ik ben groot.
Ik ben gekleed en ik ben bloot.
Soms ben ik hem, soms ben ik haar,
dan eens een droom en dan weer waar.
Ik ben de zon, ik ben de maan,
ik ben het land, de oceaan.
Ik ben de kers, ik ben de taart.
Ik ben het niet en wel weer waard.
Ik ben hard en ik ben zacht.
Ik ben de zwakte, ik ben de kracht.
Ik ben je vader, ik ben je moeder,
ik ben je vijand, ik ben je hoeder.
Ik ben lucht en ik ben leven,
ik ben god ... al is het maar even.
woensdag 27 januari 2010
Houden van
Mijn hart verdrinkt
door de tranen in je ogen.
Geef me je tranen
en laat ze me drogen.
Geef me je zorgen,
geef me je verdriet.
Ik pak ze op mijn schouders,
dragen hoef jij ze niet.
Hier heb je wat glimlach
en ook wat geluk.
Een hartelijke omarming,
een warme handdruk.
Zie ik je weer stralen
vol vreugde en plezier,
dan kan mijn hart ademen.
"Houden van" op mijn manier.
door de tranen in je ogen.
Geef me je tranen
en laat ze me drogen.
Geef me je zorgen,
geef me je verdriet.
Ik pak ze op mijn schouders,
dragen hoef jij ze niet.
Hier heb je wat glimlach
en ook wat geluk.
Een hartelijke omarming,
een warme handdruk.
Zie ik je weer stralen
vol vreugde en plezier,
dan kan mijn hart ademen.
"Houden van" op mijn manier.
Abonneren op:
Posts (Atom)