zie hoe de trotse populieren de fietser begeleiden
langs de oude vaart, hoe zij de rechte weg
accentueren terwijl de wind weerom waait,
vanuit de richting waarheen de fietser fietst
gebogen over zijn stuur, zijn benen willen
wachten, zijn wilskracht wil vooruit,
de teller bijna op twintigduizend kilometer,
de hoge populieren moedigen hem aan, 'fiets', 'fiets'
ze blijven roepen als de wind ruist door hun bladeren,
zelfs nu de fietser enkel nog een stipje is,
ik kijk naar het water en zie hun schaduw vallen.
Hoor ik daar nu, 'zwem', 'zwem'?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten